Benodigdheden
Voor het korstdeeg (voor 2 taarten; de andere helft kan je invriezen)
200 g bloem
90 g boter op kamertemperatuur
een snufje zout
2 el water
Voor de vulling
1 mooie peer, liefst een rijpe Doyenné
1 el suiker
Bereiding
Meng de bloem met de boter en het zout, met een vork of met je vingers.
Voeg het water toe en kneed verder tot het deeg homogeen is.
Rol het deeg tot een bol en snijd in twee. Leg één deel weg, in de koelkast of de diepvries, voor een andere keer.
Laat het deeg voor de taart een half uur rusten in de koelkast, tot de boter weer hard geworden is.
Verwarm een half uur later de oven voor op 180 °C.
Rol het deeg uit op een bebloemd oppervlak. De vorm hoeft niet afgelijnd te zijn: het blijft een ‘keep it simple’-taartje.
Leg een vel bakpapier op het ovenrooster en schuif er het deeg op.
Snijd de peer (met schil en klokhuis!) in heel fijne plakjes, met een snijmachine of een scherp keukenmes.
Schik de plakjes op het deeg, strooi er wat rietsuiker over en schuif in de oven.
Bak 13 minuten. Zet de oven voor de laatste 5 minuten op extra hitte onderaan, zo bakt het deeg helemaal goed uit.
Tip
Geen peer in huis? Met ander seizoensfruit lukt het net zo goed. Gaat het om heel zoet fruit, zoals rijpe pruimen, knijp er dan een paar drupjes citroen over uit. Probeer het ook eens met mango, kiwi of lychee.
Strooi wat geraspte kokos of amandelpoeder op het deeg, voor je er de peer op legt, dat geeft extra smaak. Je kunt van dit perentaartje ook perfect een hartige versie maken, met bijvoorbeeld een bodempje kaas: verse geitenkaas, alle varianten op fetakaas, ook de koemelkversie die je in de Turkse winkel vindt, Taleggio of jonge Parmezaanse kaas.
4 personen
Bron: Sofie Dumont
Wat vind jij van dit recept?